Beslissing van de Commissie van Beroep van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond
Zaak 2122-3
- InleidingBij brief van 17 november 2021 is SV Erasmus, verder te noemen Erasmus, in beroep gekomen van de beslissing van de Competitieleidervan 2 november 2021, verzonden 8 november 2021. Bij die beslissing heeft de Competitieleider bepaald dat de uitslag van de wedstrijd aan het vierde bord van CSV 1 – Erasmus 1 ongewijzigd blijft. In het beroepschrift wordt verzocht de beslissing van de Competitieleider te vernietigen en het bezwaar van Erasmus alsnog toe te wijzen.
Naast de bestreden beslissing van de Competitieleider en het beroepschrift heeft de Commissie van Beroep kennis genomen van de volgende stukken:
- Een wedstrijdformulier d.d. 9 oktober 2021 betreffende de KNSB competitiewedstrijd CSV 1 – Erasmus 1
- Een email met toelichting door de wedstrijdleider d.d. 9 oktober 2021
- Een email van de teamleider van Erasmus 1 d.d. 9 oktober 2021 21.48 uur waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de uitslag
- Een toelichting van de teamleider van CSV 1 d.d. 11 oktober 2021
- Een nadere toelichting van de wedstrijdleider d.d. 12 oktober 2021
- Een toelichting van de teamleider van Erasmus 1.
- De feitenDe Commissie van Beroep gaat uit van de volgende feiten.
Op 9 oktober 2021 vond in klasse 3F de KNSB-competitiewedstrijd CSV 1 – Erasmus 1 plaats.
De vierdebordspeler van CSV 1, bood zijn tegenstander een drankje aan. Hij liep de speelzaal uit naar de bar. (In de bestreden beslissing van de Competitieleider staat ten onrechte dat een speler van Erasmus naar de bar gaat). In het mapje waarin deze speler van CSV 1 het geld bewaarde om af te rekenen, bleek een mobiele telefoon te zitten. Een van de andere spelers van Erasmus 1 zag dat en stelde de wedstrijdleider hiervan in kennis. Hij verzocht de wedstrijdleider de Richtlijn mobiele telefoon toe te passen en protesteerde bij deze toen deze hier niet toe genegen bleek. Ook stelde hij beide spelers van de situatie op de hoogte. De wedstrijdleider wees het protest af en verzocht de beide spelers aan het vierde bord verder te spelen. Dat deden zij, de vierdebordspeler van Erasmus 1 onder protest. Kort daarna besloten zij tot remise. - De beoordelingDe Richtlijn mobiele telefoon in de speelzaal luidt: “Verboden is het dragen van een mobiele telefoon op het lichaam, in een jas of tas die wordt meegenomen tijdens een wandeling door de speelzaal of bij bezoek aan het toilet. Een overtreding van deze regel wordt bestraft met het verlies van de partij.”
Deze regel moet stringent worden toegepast. De beslissing van de wedstrijdleider om de partij niet voor de vierdebordspeler verloren te verklaren en de spelers te verzoeken verder te spelen, is dan ook onjuist. Hij had de partij voor de vierdebordspeler van CSV 1 verloren moeten verklaren. In zoverre is de beslissing van de Competitieleider juist.
De Competitieleider overweegt vervolgens in de bestreden beschikking:
“Indien de speler van Erasmus 1 volhardend was geweest en geweigerd had om verder ter spelen, dan had ik geen andere beslissing kunnen nemen dan de partij als nog toe te kennen aan Erasmus. Echter hij speelde onder protest verder en kwam remise overeen (of er zetten zijn gespeeld of niet is niet aan de orde). Dit principe is al vaker in de oordelen van de Competitieleider aan de orde geweest en op zo’n moment vervalt het claimrecht. Een speler die niet eens is met een beslissing van de wedstrijdleider speelt niet verder.”Hierover overweegt de Commissie van Beroep het volgende.
Een algemene regel dat iemand die onder protest doorspeelt, zijn recht op beroep verspeelt, bestaat niet. De Commissie van Beroep acht het van groot belang dat bij een geschil (desnoods in beroep) een juiste beslissing wordt gegeven. Daarbij past dat aan het recht van een speler om in beroep te gaan, zo min mogelijk wordt getornd. Als snel zou worden aangenomen dat een speler door door te spelen, zijn recht op beroep verliest, zouden oneigenlijke factoren zoals een goede stelling op het bord, een rol kunnen spelen bij de beslissing van de speler om niet in beroep te gaan tegen een onjuiste beslissing van de wedstrijdleider. Dat acht de Commissie van Beroep ongewenst. Als gegrondverklaring van het beroep ertoe zou leiden dat de partij direct beëindigd is, behoort de vraag of de speler onder protest heeft doorgespeeld, geen rol te spelen. Alleen als gegrondverklaring van het beroep ertoe zou leiden dat de partij moet worden voortgezet of een nieuwe partij moet worden gespeeld, kan het feit dat de speler de partij heeft voortgezet een rol spelen bij de vraag of de speler een tweede kans moet worden gegund. Dat is hier niet aan de orde omdat door de beslissing die de wedstrijdleider had moeten nemen, namelijk de partij verloren verklaren voor de speler van CSV, de partij beëindigd is.
De Commissie van Beroep zal de beslissing van de Competitieleider vernietigen en de partij voor de vierdebordspeler van CSV 1 verloren verklaren. - De cautieNu de Commissie van Beroep de beslissing van de Competitieleider vernietigt, zal zij bepalen dat de cautie moet worden terugbetaald.
- De BeslissingDe Commissie van Beroep:
vernietigt de beslissing van de Competitieleider;
verklaart de partij aan het vierde bord verloren voor de speler van CSV 1;
stelt de uitslag van de wedstrijd CSV 1 – Erasmus 1 vast op 4 ½ – 3 ½;
bepaalt dat de cautie aan Erasmus wordt terugbetaald.Aldus vastgesteld op 25 november 2021 door A.A. Schuering, E.M.M. Roosendaal en R. Bleeker, leden van de Commissie van Beroep, en namens de Commissie van Beroep ondertekend door A.A. Schuering