Wat verstaan we onder schoolschaak?
We hanteren een brede definitie: Alle schaakgerelateerde activiteiten die plaatsvinden op school. Dat kan alles zijn van:
- een losse spreekbeurt door een leerling of een eenmalige workshop,
- een losse serie van bijv. 8-10 schaaklessen,
- structureel schaakles,
- tot een schoolschaakclub en/of deelname aan schoolschaaktoernooien en Grand Prix toernooien.
Er zijn ook allerlei tussenvormen mogelijk: het schaken kan op school zijn, of bij een Kindcentrum, Brede School of BSO.
Kortom: Er is een grote verscheidenheid in verschijningsvormen van schaken. Wij zijn blij met alle verschijningsvormen.
Wat is het doel van schoolschaak voor de KNSB en wat is onze rol?
Doel schoolschaak
Het algemene doel van de KNSB is het bevorderen van de schaaksport. Anders gezegd: Schaken is ons doel.
Als we dit doel verbijzonderen naar schoolschaak, zijn er twee subdoelen:
- Zoveel mogelijk schoolkinderen laten kennismaken met schaken
- Zoveel mogelijk schoolkinderen schaken structureel
Beide doelen zijn een vorm van bevorderen van de schaaksport en dus wil de KNSB inzetten op beide subdoelen, omdat we denken dat beide op hun eigen manier een bijdrage leveren aan het enthousiasmeren van kinderen voor de schaaksport.
Als het gaat om schaken onder schooltijd erkennen we dat het behalen van de leerdoelen van de desbetreffende school dan een belangrijker doel zijn dan het werven van clubschakers. Ondanks een ander doel zorgt het schaken onder schooltijd toch voor een kennismaking met het schaakspel en in veel gevallen ook voor een serieuze toename van het schaakniveau. Het is daarom zeker niet onwaarschijnlijk dat ook via deze route kinderen uiteindelijk lid zullen worden van een schaakclub.
Als we structureel schaken verder uitwerken, zijn er weer 2 varianten mogelijk:
- Kinderen worden lid van een schaakclub of een schoolschaakclub
- Kinderen nemen regelmatig deel aan toernooien: schoolschaaktoernooien, online jeugdtoernooien, GP toernooien.
Wat is onze rol in het algemeen?
De KNSB is de landelijke overkoepelende organisatie voor het schaken. Dit heeft de volgende implicaties:
- Wij zijn de landelijke gesprekspartner voor de overheid, voor NOC*NSF, voor de FIDE en de ECU, en eventueel ook voor landelijke koepelorganisaties als de PO-raad.
- Als landelijke autoriteit zijn wij als enige bevoegd om nationale kampioenschappen te organiseren.
- Wij nemen een neutrale positie in t.o.v. lesmethoden. Dat volgt ook logisch uit ons doel. Belangrijkste voor ons is dat kinderen structureel gaan schaken. We schrijven niet voor hoe ze dat moeten gaan doen.
- Wij hebben een rol in de examinering van de lesmethoden. Dat kan het gehele beheer zijn (Stappenmethode) of alleen certificering van het examen (Pionnen examen bij Chessity). We willen een onafhankelijk basisexamen laten ontwikkelen als dit financieel haalbaar is. .
- We zijn verantwoordelijk voor de landelijke toernooien (NK’s schoolschaak, NK 345, online toernooien met open inschrijving).
- We zijn hét kennis- en informatiecentrum voor schaken. Dat betekent verantwoordelijkheid voor goede informatievoorziening: wat is geschikt spel- en lesmateriaal en waar is dat te vinden, welke schaaktrainers zijn beschikbaar, materiaal voor spreekbeurt, ondersteuningsmateriaal voor trainers en uitleg voor scholen hoe schaken aansluit bij hun leerdoelen.
- We zijn verantwoordelijk voor de opleidingen van trainers.
Wat is de verantwoordelijkheid van andere stakeholders?
- Lokale schoolschaaktoernooien (clubs, scholen, gemeenten), regionale schoolschaakkampioenschappen (regionale bonden) en GP-toernooien (regionale bonden)
- Zorgen dat er op scholen (BSO’s e.d.) schaaklessen worden gegeven. Dat is de verantwoordelijkheid voor scholen, clubs en trainers. Trainers kunnen leerkrachten van de school zelf zijn (ook als begeleider m.b.v. Chessity), een betaalde trainer of een vrijwilliger (bijv. lid schaakclub, ouder).
Rollen schoolschaak
In deze paragraaf beschrijven we onze rol, en de rol van de verschillende stakeholders in het schoolschaak. Dit doen we aan de hand van een denkkader. In dit denkkader onderscheiden we 3 fasen, waarin de interesse van de (school)kinderen voor schaken leidend is. In elke fase zijn de rollen anders.
De drie fasen:
Fase 1: Kinderen maken kennis met schaken
Fase 2: Kinderen vinden schaken leuk, gaan regelmatig schaken
Fase 3: Kinderen kiezen schaken als hobby
Om te bereiken dat zoveel mogelijk kinderen schaken als hobby kiezen, is het belangrijk dat zoveel mogelijk kinderen op een leuke manier kennis maken met schaken, en dat we het percentage kinderen dat schaken leuk vindt na de eerste kennismaking ook zo hoog mogelijk wordt.
Fase 1: Kinderen maken kennis met schaken
De kinderen komen voor het eerst in aanraking met schaken. Dat kan heel beperkt, door een spreekbeurt van een klasgenoot of een losse workshop van een ouder / trainer. Het kan ook iets uitgebreider zijn, door een serie beginnerslessen op school of via het naschoolse aanbod. Het kan uiteraard ook thuis, of via een vriend(innet)je, maar dat is voor deze visie minder relevant.
Kern in fase 1 is dat kinderen nog niet weten of zij schaken zo leuk vinden dat ze er verder mee willen. Dat vinden we prima. Natuurlijk willen wij heel graag dat iedereen langdurig gaat schaken, maar kinderen bepalen zelf wat zij leuk vinden. Dat kan schaken zijn, of hockey, of toneelles, dat is allemaal ok. In het begin doen kinderen vaak verschillende hobby’s naast elkaar.
Belang KNSB-schaakwereld
In deze fase zijn voor ons vooral van belang:
- Zoveel mogelijk kinderen gaan schaken leuk vinden door de eerste kennismaking. Dat betekent leuke schaaklessen. Zeer belangrijk hierbij is de trainer, ondersteund door aansprekend les- en spelmateriaal.
- We willen weten op welke scholen er wordt geschaakt en wie daarbij het aanspreekpunt is (zogenaamde warme contact). Dan kunnen we (of de clubs) hen benaderen voor deelname aan toernooien.
- Niet belangrijk in deze fase is of kinderen lid worden van de KNSB. Laat hen eerst uitvinden of ze schaken überhaupt leuk vinden. Activiteiten voor deze fase worden zoveel mogelijk kostendekkend georganiseerd. De koppeling tussen aanschaf van schaakmaterialen (leskist) en scholierenlidmaatschap kan komen te vervallen.
Fase 2: Kinderen vinden schaken leuk, gaan regelmatig schaken
Een deel van de kinderen zal na de kennismaking interesse hebben om regelmatiger te gaan schaken. Vaak zullen zij vervolglessen volgen, op school of via het naschoolse aanbod. Het kan ook zijn dat er een schoolschaakclub komt, waar kinderen tegen elkaar kunnen schaken (en trainen). In deze fase krijgen zij (hopelijk) ook interesse om toernooien te spelen. Dat kunnen schoolschaaktoernooien zijn, online toernooien (Schaakmatties), soms ook GP toernooien (open jeugdtoernooien).
Fase 3: Kinderen kiezen schaken als hobby
Een deel van de kinderen die interesse hebben in schaken, zal schaken zo leuk vinden dat zij schaken als hobby gaan kiezen. Het overgrote deel zal dat doen door lid te worden van een schaakclub. We achten de kans, anders dan bij volwassenen, klein dat online schaakaanbod voor kinderen een goed alternatief is om schaken als hobby te beoefenen. Let wel, het gaat hier om kinderen in de basisschoolleeftijd. Bij oudere kinderen (jongeren) ligt dat anders. Als kinderen langer lid blijven van een club (minimaal 2 jaar tot 3 jaar), dan hebben wij ons doel bereikt dat zoveel mogelijk schoolkinderen structureel schaken.
Overzicht rollen per stakeholder per fase
Kennismaken | Regelmatig | Hobby | ||
1. KNSB | ||||
a | Promotie schoolschaak en aansluiting zoeken bij leerdoelen PO | X | ||
b | Uitdragen primaire doelgroep schoolschaak: kinderen van 6-9 jaar (groep 3-4-5) | X | ||
c | Organisatie van online toernooien (Schaakmatties) | X | X | |
d | Organisatie landelijke scholenkampioenschappen | X | X | |
e | Organisatie van landelijke jeugdkampioenschappen | X | ||
f | Stimuleren organisatie lokale scholenkampioenschappen | X | X | |
g | Opsporen, stimuleren en contact houden met schoolschaakclubs | X | X | |
h | Kennis- en informatiecentrum | X | X | |
i | Uitgifte en/of certificering examens | X | X | |
j | Communicatie trainersplatform, club- en schaakmattiesnieuwsbrief | X | X | |
k | Visie doorlopende leerlijn | X | ||
2. Regionale bonden | ||||
a | Organisatie regionale scholenkampioenschappen | X | X | |
b | Stimuleren organisatie lokale scholenkampioenschappen | X | X | X |
c | Organisatie van open Jeugdtoernooien (jeugd Grand Prix) | X | X | X |
d | Organisatie persoonlijke jeugdkampioenschappen | X | ||
e | Afnemen van examens (diplomaconsuls) | X | X | |
f | Materiaal uitlenen | X | X | |
3. Verenigingen | ||||
a | In contact komen/blijven met scholen | X | X | X |
b | Schoolschaaktrainer regelen en ermee in contact blijven | X | X | X |
c | Organiseren lokale scholenkampioenschappen | X | X | X |
d | Stimuleren leden volgen van een kadercursus | X | X | X |
e | Materiaal uitlenen | X | X | X |
f | Werving via de scholen, open dagen op club, kennismakingslessen op de club | X | X | X |
4. Schaaktrainers | ||||
a | Adviseren over lesmateriaal | X | X | X |
b | Aanbod vervolgcursussen, liefst hele jaar door | X | X | |
c | Stimuleren deelname schoolschaakkampioenschappen | X | X | |
d | Stimuleren weg naar de clubs | X | X | |
e | Stimuleren deelname online toernooien (Schaakmatties) | X | X | |
5. Trainersopleiders | ||||
a | Verzorgen van (schoolschaak)trainersopleidingen, bijscholingen, webinars | X | ||
b | Schaaktrainercursussen 1 en 2 | X | X | |
c | Begeleiding van cursisten | X | X | |
6. Scholen (BSO’s e.d.) | ||||
a | Neemt schaken op als te kiezen activiteit | X | ||
b | Zorgt dat gestart wordt in de juiste groepen en met een geschikte trainer | X | ||
c | Aanbod vervolglessen | X | X | |
d | Verstrekt informatie over schaakclubs en toernooien | X | ||
7. Gemeenten en sportservices | ||||
a | Subsidiëren schoolschaken, indien mogelijk vanuit Sportakkoord | X | X | X |
b | Stimuleren contact tussen schaakclub en school | X | ||
c | Subsidiëren en promoten van kennismakingslessen | X |