De meeste kinderen leren schaken tussen hun 6e en 10e jaar. Vaak leren zij de beginselen via schaakles op hun school. Nog geen schaakles op school? Op de website van de schaakbond kun je daar meer over lezen.

We maken hier onderscheid tussen kinderen die al kunnen schaken of nog niet bekend zijn met de schaakregels.

Nog geen kennis van de schaakregels:

Te doen:

  1. Leer de loop van de stukken
    Nick Schilder – De verschillende schaakstukken – YouTube
  2. Begin estafette
    Vorm 2 teams en zet 3-4 tafels klaar. Doel is om  de beginopstelling op te zetten. Spel 001 – Beginstellingestafette – Schaken op de basisschool
  3. Paardenpoep
    Zet het paard op het bord en de kinderen moeten met het paard over het bord heen. Waar hij geweest is laat hij een pion achter.
  4. Worteltjes eten
    Kies een stuk waarmee ze gaan oefenen. Zet een aantal pionnen (de worteltjes) op het bord. De kinderen moeten die in zo min mogelijke zetten opeten.
  5. Rekenen
    Zet een aantal stukken op het bord en laat de kinderen de punten uit het hoofd rekenen.
    Dame – 9 punten
    Toren – 5 punten
    Loper en paard – 3 punten
    Pion – 1 punt
  6. Lezen
    Verhalen over schaken.
    Voorlezen uit Simon de Schaker
  7. Meest populaire schaakfilms:
    lijst van schaakfilms en -romans en 28 YouTube video’s van Rob Spaans): Klei animatie,  Geri’s Pixar,  Buurman en buurman schaken; 15 dingen die je niet ziet bij het schaken

Wel kennis van de schaakregels

  1. Schaaksimultaan
    De leerkracht speelt tegen meerdere leerlingen  tegelijkertijd.
    De simultaangever heeft wit en de spelers mogen zetten pas als de simultaangever voor hun bord staat.
  2. Brein en hand
    Vorm teams van 2: een leerling is de hand en de ander het brein. Het brein geeft aan met welk stuk moet worden gespeeld, zonder de volle zet te benoemen. De hand bedenkt zelf waar het stuk naartoe moet.
  3. Weggeefschaak
    De eerste die alle stukken weggeeft wint.
    Slaan is verplicht maar als je meer stukken kan slaan dan mag je kiezen welke je slaat.
    Schaak en schaakmat bestaan niet, de koning kan ook geslagen worden.
    *als een van de spelers geen zet meer kan doen, is het spel afgelopen. De speler met het minste aantal stukken op het bord wint!
  4. Strategoschaak
    Zet een bord in het midden zodat je de stukken van je tegenstander niet kan zien. Zet stukken ter waarde van bijv. 24 punten op en ga daarna spelen.
  5. Condichess, bewegen en schaken
    Condichess – YouTube