De teamleider van Goes tekent bezwaar aan tegen de beslissing van de wedstrijdleider om de wedstrijd aan bord 4 verloren te verklaren voor de zwartspeler.
Het betreft de wedstrijd in de 1e ronde op 15 september in de 3e klasse F
Ik heb kennis genomen van:
- Het bezwaar van de teamleider en speler van Goes d.d. 18 september 2018
- Verklaring van de wedstrijdleider d.d. 21 september 2018
- Het wedstrijdformulier d.d. 15 september 2018
- Verklaring van de teamleider en speler van Overschie d.d. 19 september 2018
- Aanvullende vragen en antwoorden aan zowel wedstrijdleider, teamleiders en spelers.
Ontvankelijkheid:
Het bezwaar is aangegeven op het wedstrijdformulier en tijdig volgens artikel 21.3 van het KNSB-competitiereglement ingediend. Het is derhalve ontvankelijk.
Samenvatting van de gebeurtenissen:
Er zijn 3 versies over het gebeurde die verschillend zijn van elkaar.
Versie van de wedstrijdleider:
Wedstrijdleider staat op ong. 50 cm van het bord. Zwart doet een zet met nog 12” op de klok. Hij voltooit zijn zet niet, want hij drukt de klok niet in. Na enige tijd denken doet hij weer een zet en zet de schaakklok stil. De klok staat dan op 7”. Wedstrijdleider verklaart de partij verloren voor zwart omdat hij twee keer een onregelmatigheid heeft gedaan. Volgens de wedstrijdleider verklaart de zwartspeler nadien dat hij niet wist of hij al een zet gedaan heeft en daarom nog een zet gedaan heeft en zijn klok stil zette.
Versie van Goes:
Zwartspeler is aan zet en is in tijdnood. Hij doet een zet en denkt verder na. Hij constateert enige tijd later dat zijn klok loopt en weet niet wie aan zet is. Hij besluit om de klok stil te zetten en aan de wedstrijdleider om hulp te vragen. Hij en zijn tegenstander zeggen niets, de wedstrijdleider mompelt iets over 2 minuten. Maar er gebeurt niets, dus de zwartspeler zet zelf zijn klok weer aan en doet een zet. Witspeler zegt vervolgens dat hij aan zet was en wil dat de wedstrijdleider de partij voor hem gewonnen verklaart. De wedstrijdleider verklaart de partij vervolgens verloren voor zwart.
Versie van Overschie:
Zwartspeler is aan zet en is in tijdnood. Hij doet een zet en denkt verder na. Na een paar seconden schrikt hij en zet de klok stil. Speler en wedstrijdleider weten niet wat er aan de hand is en de wedstrijdleider besluit om de witspeler 2 minuten tijdcompensatie te geven omdat zwart onterecht de klok stilzette. Vervolgens wordt de klok weer aangezet en doet de zwartspeler weer een zet. Na deze handeling verklaart de wedstrijdleider de partij verloren voor zwart. Klokstanden na het voorval zijn: 16’47” voor wit en 0’07” voor zwart.
Het bezwaar:
Goes is het niet eens met de beslissing van de wedstrijdleider en wil dat de partij gewonnen verklaard wordt voor de zwartspeler, dit omdat zijn tegenstander weigerde verder te spelen. Als alternatief willen ze dat de partij wordt overgespeeld.
Overwegingen:
Omdat het verslag van de wedstrijdleider op belangrijke punten afwijkt van de andere twee verslagen, kan ik dit verslag niet gebruiken als basis voor mijn oordeel.
Naar mijn mening is er niet goed gehandeld door de wedstrijdleider bij het stoppen van de klok door de zwartspeler. Het is voor een wedstrijdleider belangrijk om te weten waarom een speler de klok stilzet. Alleen dan kan de wedstrijdleider bepalen of het terecht is dat de speler de klok stilzet.
Hoewel er geen algehele consensus is over het gebeurde komt in alle versies naar voren dat de zwartspeler in dubio was of hij aan zet was. Ik vind dit een valide reden in deze omstandigheden om hiervoor de hulp van de arbiter in te schakelen. Het geven van een straf vind ik daardoor niet terecht.
Indien er meer tijd genomen was om beter te communiceren was de escalatie in deze partij waarschijnlijk niet gebeurd.
Besluit:
De wedstrijd wordt met 14’47” voor wit en 0’37” voor zwart voortgezet waarbij wit aan zet is en hij zijn 62e zet moet doen. De stelling wordt separaat meegestuurd en zal niet worden gepubliceerd. Het stilzetten van de klok door zwart wordt niet beschouwd als een onreglementaire handeling.
Spelers dienen in onderling overleg datum/tijd en locatie overeen te komen, waarbij de speeldatum niet na 3 november 2018 mag liggen. Mocht dit niet voor zaterdag 27 oktober 2018 overeengekomen zijn, dan zal de competitieleider bepalen waar en wanneer er gespeeld wordt.
Het staat de spelers vrij om vooraf een overeenkomst over de uitslag van de partij te sluiten.
Hoogachtend,
Paul Peters 3 oktober 2018
KNSB-competitieleider