door Peter Boel

Merijn van Delft won de laatste New In Chess schoonheidsprijs van het seizoen 2024/25 met een spectaculaire zege op Eline Roebers waarin hij liefst twee paarden offerde en de witte koning naar e4 lokte. Goede meedingers waren Marc Ghannoum voor een scherpe zege op IM Ivo Maris in de Eerste klasse A, en Nico Zwirs, die Tim Grutter versloeg in een bijna perfect gespeelde Najdorf-Siciliaan. En er was een eervolle vermelding voor de negenjarige Bram ten Dam, die bij zijn debuut in de Meesterklasse meteen won in een strakke aanvalspartij. Van Delft won het New In Chess-boek Associative Thinking van Mikhail Shereshevsky.

Merijn van Delft liet dus zien dat hij niet alleen van de hoed en de rand weet van positionele offers (zie zijn boek met die titel) maar ook van tactische in open Sicilianen. Voor jurylid Willy Hendriks was hij voor deze ronde nummer twee (achter Marc Ghannoum, zie hieronder), maar voor Rick Lahaye nummer één. Bij Lahaye ging het tussen Van Delft en Zwirs (zie ook onder), maar in de partij van de winnaar zat meer spektakel.

Hendriks schreef: “In een moment van inspiratie offerde zwart twee paarden achter elkaar. Die moed werd beloond toen wit ietwat later in de complicaties niet de beste verdediging vond. Met wat moeite haalde zwart vervolgens het volle punt binnen.”

En Najdorf-liefhebber Lahaye liet zich inspireren tot het volgende: “Een dubbel paardoffer! Het idee van …Pxf3 en later …Pxe4 om de koning naar het centrum te lokken heb ik volgens mij niet eerder gezien in de Najdorf. Heel creatief! Dat de koning op e4 staat, levert uiteraard bonuspunten op bij dit jurylid. Bij de schaakontwikkeling van het kind worden volgens de Stappenmethode een materiaalfase, een ruimtelijke fase en een tijdfase doorlopen. Hier eindigt het mijn inziens alleen niet als je een sterkere schaker wordt. Een fase die hierna komt in mijn optiek is de mentale fase. Een aspect hiervan kan zijn: Welke keuzes geef je je tegenstander? Op een schaal van 1-10, hoe moeilijk is de stelling te spelen voor jezelf? Op een schaal van 1-10, hoe moeilijk is de stelling te spelen voor je tegenstander? Is een stelling lastig spelen voor je tegenstander en relatief eenvoudig voor jezelf, dan heeft dat een bepaalde waarde. Net zoals tijd dat heeft ten opzichte van materiaal. Die ‘mentale waarde’ zie je niet terug in de evaluatie. Het dubbele paardoffer van Merijn zal door een computer worden afgewezen, maar het biedt geweldig praktische kansen. Het is immers onwijs moeilijk verdedigen voor Eline. Dat bleek ook in de partij. Helaas geen schaakmat in het centrum, maar het is een geweldig spektakel.”

Voor de analyse van deze partij mochten we gebruik maken van Merijns eigen analyse zoals die verscheen in het wekelijkse schaakbericht van zijn vader, Karel van Delft. Met dank aan Merijn publiceren wij deze analyse; we hebben slechts een paar opmerkingen toegevoegd.

 

Eline Roebers – Merijn van Delft

Kennemer Combinatie-Apeldoorn

(commentaar Merijn van Delft)

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Pb3

Deze bestrijdingswijze van de Najdorf is momenteel populair, Max Warmerdam speelde het toevallig aan het eerste bord ook tegen Khoi Pham.

6…Pbd7

6…e6 7.Le3 b5 8.e5!? is wat Max speelde.

Lahaye merkte op dat 6…e5 na 6.Pb3 gevaarlijk is: “Zetten als Lg5, Dd3, 0–0–0 met druk op d6 en het veld d5 snel onder controle nemen maken het lastig spelen voor zwart.”

7.g4

7…g6

Dit is maar twee keer gespeeld in de database en ik kende het nog.

Lahaye: “Een variant als 7…h6 8.Lg2 b5 kan hier gewoon met zwart. Bijvoorbeeld 9.e5 Pxe5! 10.Lxa8 Lxg4 11.f3 Dxa8 zorgt voor een leuke stelling.”

8.f3

Deze zet is nieuw, vermoedelijk achter het bord bedacht, en ik zat meteen stuk. Wit wil h4-h5 en eventueel ook h5-h6 doen en het kostte me veel tijd om de stelling te doorgronden.

Na 8.g5 Ph5 9.Le2 kan zwart mooi een pion offeren met 9…Lg7!.

8…h6

Na ruim een half uur nadenken een redelijke oplossing. LeelaRookOdds op Lichess speelt ook altijd …h7-h6 in zulke situaties om de stelling elastisch te houden en vervolgens met een toren minder soepel te winnen.

8…Lg7 9.h4 h5 (9…h6 kan ook hier en is wellicht de meest logische zetvolgorde, want nu heeft wit zich gecommitteerd aan h2-h4, hetgeen in de partij niet had gehoeven) 10.g5 Ph7 leek me te passief, maar is prima speelbaar.

8…b5 9.h4 (na 9.a4 bxa4 is de zwarte damevleugel natuurlijk aangetast, maar de witte koning is ook nergens meer volledig veilig) 9…b4! (een verrassende oplossing) 10.Pd5 h5 11.g5 en nu heeft het paard een goed veld, namelijk ruilen met 11…Pxd5.

9.Le3 Pe5?!

Dit is te vroeg; gewoon 9…Lg7.

10.Le2?!

Dit is te langzaam, want het dreigt niet f3-f4.

Zoals Liam Vrolijk opmerkte is 10.h3! met idee f3-f4 goed voor wit.

10…Lg7 11.h4

Deze is eigenlijk ook te langzaam, want wegens de ongedekte toren op h1 dreigt het nog steeds niets.

11.Dd2 gevolgd door 0–0–0 was consequenter geweest.

11…b5

Nu speelt de stelling wellicht al iets prettiger voor zwart.

12.a4

Het probleem met deze manier van spelen is dat zwart er vaak een pionoffer van kan maken en dan een soort Benkö-achtige compensatie krijgt. Bovendien is de witte koning nooit meer echt veilig.

12.Dd2 was nog steeds het degelijkst geweest.

12…Pc4

Tactische dekking van de pion.

13.Lc1

Deze was uiteraard gepland.

13…Ld7

De meest doeltreffende oplossing; de zwarte ontwikkeling krijgt een boost.

14.axb5 axb5 15.Txa8 Dxa8 16.Pd4 Da5

Eenvoudige dekking van de pion.

17.Kf1

Een mooie zet. Gewoon 17.0–0 kon ook.

17…b4 18.Pcb5?!

Wederom een creatieve zet, waarvan zwart niet meteen kan profiteren, maar op termijn blijft het paard hier kwetsbaar staan.

18.Lxc4 bxc3 19.b3 was de manier om de stelling in balans te houden.

18…Pe5

Nu de damevleugel is geconsolideerd kan het paard weer terug.

De pointe is dat wit na 18…Lxb5 19.Pxb5 Dxb5 het stuk terugwint met 20.Dd3 of 20.b3. Dit is ook comfortabel voor zwart, maar ik wilde mijn loperpaar niet opgeven.

19.Kg2

19…Pxf3!

Ik kon de verleiding niet weerstaan. Het is natuurlijk een mooie zet omdat f3 drie keer gedekt staat en bovendien conceptueel sterk omdat de witte koning nu een serieus probleem wordt.

Ik zag niet direct hoe ik na 19…0–0! handig op 20.g5 kon reageren en daadwerkelijk zijn de varianten niet zo triviaal, bijvoorbeeld 20…Ph5 21.gxh6 (21.f4 Pc6!) 21…Lf6 22.f4 Da8!.

20.Kxf3

Dit is gedwongen, omdat anders het paard op b5 hangt.

20…0–0!

De mooiste zet en net als de alternatieven volledig correct. Opeens dreigt er van alles en vooral 21…e5, omdat 22.Pxd6 dan niet meer met schaak is.

20…Lxg4+ 21.Kg2 Lxe2 22.Dxe2 vond ik niet zo logisch omdat het wit helpt met haar ontwikkeling, maar dit was ook prima speelbaar.

20…Pxg4 21.Kg2 h5 geeft ook volwaardige compensatie.

21.g5 hxg5

Zwart hoeft zich geen zorgen te maken over de open h-lijn, want de drakenloper verhindert altijd mat.

22.hxg5

22…Pxe4!

Dit tweede paardoffer is de pointe, de witte koning komt nu op bizarre wijze midden op het bord te staan.

23.Kxe4

Ik moest hier weer aan LeelaRookOdds denken, die zou wel tevreden zijn over de kansen tegen de witte koning.

23…e5

De pointe, zwart wint alvast een stuk terug.

24.Pb3

De beste verdediging.

24…Lc6+?

Deze zetvolgorde blijkt onnauwkeurig te zijn, maar inmiddels zat ik in tijdnood en was haast geboden.

Beginnen met 24…Db6! biedt na 25.Kf3 Lxb5 volwaardige compensatie voor het stuk.

25.Ke3 Db6+

26.P5d4??

Een begrijpelijke zet om de zwarte centrumpionnen te isoleren, maar wit komt er niet aan toe om te consolideren.

26.Kd2 Lxb5 27.Dg1 was de juiste verdediging geweest en na 27…Da6 28.Lxb5 Dxb5 29.Ke1 begint wit te consolideren. Objectief heeft wit voordeel, maar het lijkt me in de praktijk nog steeds tricky met die koning.

26…exd4+ 27.Kd2?

27.Kf2 d3+ 28.Le3 dxe2 29.Lxb6 exd1D 30.Txd1 Le5 was beter geweest, maar zwart houdt een pion meer over in het eindspel.

27…d3!

Ik heb in het verleden meer dan eens verzuimd om door te pakken met een dergelijk pionoffer, dus dat ging me niet nog keer overkomen. Het opent alle diagonalen. Bovendien zou de kwaliteit op h1 pakken het initiatief verliezen. Vanaf hier zat ik op increment te spelen.

28.cxd3

Ik moet toegeven dat ik de winst na 28.Lxd3 Df2+ 29.Le2 nog niet had gezien, maar hij blijkt schitterend te zijn: 29…Lc3+ 30.bxc3 Df4+ 31.Ke1 Dg3+ 32.Kf1 (32.Kd2 Dxc3# is ook een mooi plaatje) 32…Lg2+ 33.Kg1 Lh3#.

28…Te8!

Wederom zou de kwaliteit pakken het initiatief verliezen. Beter stukken erbij halen.

29.Th3

Tijdens de partij maakte ik me zorgen over 29.Dg1, maar na 29…Da6! blijkt het witte paard beslissend in de problemen te zijn.

29…Lg2

29…La4! was ook heel sterk geweest, met een dodelijke penning.

30.Tg3

30.Th2 laat 30…De3+ toe.

30…Df2?

Uiteindelijk toch maar de materialistische keuze. Alle dreigingen erin houden met 30…Ld5! blijkt heel sterk te zijn.

PB: Volgens Stockfish zijn beide zetten ongeveer even sterk, dus misschien werd Merijns vraagteken ingegeven door een droom om als een Tal door het (schakers-)leven te gaan?!

31.Txg2 Dxg2 32.Df1 Dxg5+ 33.Kc2 Dd5?

Centraliseren leek me de handigste strategie om de tijdcontrole te halen. 33…Dg3! gevolgd door …Dh2 was hier de manier geweest, maar ligt minder voor de hand.

34.Ld1 Tc8+

34…Dc6+ 35.Kb1 Da6 met spel over de a-lijn had wellicht voor meer problemen gezorgd.

35.Kb1 De5

Dreigt mat in twee.

36.Df2 Dd5 37.De2

Inmiddels heeft wit kunnen consolideren en vreesde ik dat de witveldige loper op b3 zou opduiken.

37…Le5

Hier bood ik remise aan omdat de stelling inmiddels in balans is en ik al een tijdje geen vorderingen meer maakte. Ik had echter kunnen weten dat Eline een echte vechter is en dus door zou gaan.

38.Ld2 Kg7 39.d4 Lf4!

Een tactische zet om een positioneel doel (loperpaar neutraliseren) te bereiken.

40.Le1??

Wit had de pion gewoon moeten slaan: 40.Lxb4 Tb8 41.Lc3 Txb3 (dit hoeft natuurlijk niet, maar na andere zetten is de stelling ook in balans) 42.Lxb3 Dxb3 43.d5+ Kf8 44.Lf6 Le5 45.Lxe5 dxe5 46.Dxe5 Dd1+ 47.Ka2 Da4+ had ik gezien.

40…Df5+??

Rustig de pion dekken met 40…Tb8 blijkt heel sterk te zijn.

41.Lc2 Dd5 42.Df2??

Na lang nadenken raakt Eline hiermee de draad kwijt. Wederom was 42.Lxb4 de juiste zet geweest.

42…Dh1

Opeens staat wit helemaal klem.

43.Dxf4 Dxe1+ 44.Pc1 d5!

Pakt nog meer velden af.

45.Ld3

Na 45.De5+ Dxe5 46.dxe5 g5 is de zwarte g-pion te sterk; hetzelfde geldt voor 45.Lb3 De4+ 46.Dxe4 dxe4.

45…Dd1!

En nu kan de loper nergens meer heen.

0-1


“Een ietwat dubieuze opening van de IM met zwart werd vakkundig afgestraft met een aanval door het midden,” schreef Hendriks over de volgende partij, die door de witspeler met een Engelstalige analyse werd ingezonden. “Compleet met stukoffer voor een zeldzaam snel groeiend aantal pionnen! Van begin tot eind erg sterk gespeeld.” En Lahaye: “Vooral met 11…e6?! en 12…b4 ging het mis. Na 11..Pb6 is er niet zoveel aan de hand. Mooi gespeeld van wit met 12.d5!. Vooral de zet 16. Db3! is prachtig!” De partij kreeg van de twee juryleden samen 6 punten; eentje minder dan Roebers-Van Delft en eentje meer dan de nummer drie, Grutter-Zwirs.

Marc Ghannoum – Ivo Maris

1A: VAS-Assen

(commentaar Marc Ghannoum, nogal vrij vertaald uit het Engels door Peter Boel)

De cruciale laatste ronde in de KNSB-competitie. We zijn in degradatiegevaar en hebben minstens een 5-5 gelijkspel nodig tegen een sterk team. Voor mij was het tot nog toe geen goed seizoen, dus het was tijd om iets te laten zien. Ik werd aan bord 7 gezet om een makkelijkere tegenstander te krijgen, maar ik was blij verrast dat ik tegen hun sterkste speler mocht: IM Maris. Helaas had ik niet veel tijd besteed aan voorbereiding tegen hem omdat ik vrij zeker was dat hij aan een hoger bord zou spelen.

1.e4 g6 2.d4 Lg7 3.Pc3

So far so good. Dit had ik verwacht. En ik wist wel iets van 3…c5 en 3…d6.

3…a6

Okee, out of book. Dit blijkt een favoriete variant van Maris zijn. Maar ik vond het prima om meteen uit de theorie te zijn en het gevecht aan te gaan. Wit heeft hier natuurlijk vele zetten: 4.a4, 4.Pf3, 4.Le3, 4.f4, allemaal goed. Maar nadat ik het hele jaar heen en weer was geslingerd tussen voorzichtigheid en vuurwerk hadden mijn teamgenoten me gezegd dat ik gewoon in mijn eigen stijl moest spelen. Dus mijn volgende zet ligt voor de hand…

4.h4! h5

4…h6 oogt niet goed hier na 5.h5 g5 6.f4!.

5.Pf3

Een verrassend zetje. Je zou denken dat wit 5.f3 en eventueel g2-g4 wil spelen. Maar veld g5 is nu behoorlijk zwak, en een paard kan daar flink wat schade aanrichten.

5…b5 6.Pg5!?

In zulke stellingen is het uitkijken: je moet energiek aanvallen maar niet alle schepen achter je verbranden. Het paard is hier niet weg te krijgen, want …f6 is te verzwakkend.

6.Lf4!?; 6.a4 b4 7.Pd5 a5 8.c4!? (8.Lf4 d6 9.Lc4 was ook verleidelijk).

6…Lb7 7.Le3 d6 8.Dd2 Pd7 9.0–0–0

Okee, wit heeft alles gemobiliseerd en is klaar om erdoorheen te beuken.

9…Tc8?

Dit is een grote fout. Het is gewoon veel te langzaam. Natuurlijk ondersteunt de toren de pionzet …c7-c5, maar de veiligheid van zijn koning ging voor alles. Het is waar dat ik de neiging heb om ongeduldig te spelen, maar dit is te erg. Die gast is me aan het uitdagen, alsof ik een mietje ben. Uitdaging aangenomen, verdomme!

10.f4?!

Dit bereidt zowel e4-e5 als f4-f5 voor, maar dat was niet nodig. Gelukkig heb ik genoeg voordeel om me een paar onnauwkeurigheden te kunnen veroorloven.

Ik keek naar 10.e5!, maar had niet door hoe sterk dit was. f2-f4 was niet nodig om dit te kunnen spelen: 10…dxe5 (10…e6 11.d5) 11.dxe5 Pxe5 12.Dxd8+ Txd8 13.Txd8+ Kxd8 14.Ld4.

PB: Deze laatste zet is niet goed vanwege 14…Ph6. Wit wint wel na 14.f4 Pg4 15.Pxf7+ en gewoon 16.Pxh8.

10…Ph6 11.e5 e6

11…c5 12.e6.

11…Pb6 leek mij de beste kans.

11…0–0 12.e6 Pf6 13.exf7+ Pxf7 14.Pe6 Dd7 15.Pxg7 (? PB: 15.d5 geeft wit voordeel) 15…Kxg7 16.Ld3 en het ziet er niet fijn uit voor zwart.

PB: Stockfish geeft zwart licht voordeel na 16…c5.

12.d5!

Dit moest gespeeld worden, en ik aarzelde niet.

12…b4 13.dxe6! bxc3

Een kritiek moment. 14.exd7+ ziet er simpel en behoorlijk goed uit. Mijn eerste reflex was om dit te spelen en mijn voordeel te verzilveren. Maar ik vind het leuk om de boel onnodig te compliceren.

14.Dxc3!

Dit is nog de beste zet ook, maar in praktische zin maakt het de zaak moeilijker omdat wit meer varianten moet bekijken.

14.exd7+ Dxd7 15.Dxc3 levert een pluspion op, maar het ziet er nog steeds een beetje gaterig en instabiel uit.

14…fxe6

14…0–0 15.exf7+! (de pointe) 15…Pxf7 16.Lc4 d5 17.Txd5! (dit had ik geanalyseerd) 17…Lxd5 18.Lxd5 – dit ziet er zo lekker uit. Voor zijn toren heeft wit immense dreigingen: Dc4, Td1, e6, en zwart heeft geen constructieve zetten.

15.Pxe6 De7

16.Db3!

De pointe. Het paard wordt gehandhaafd op e6 en de loper op b7 en de toren op c8 zijn in gevaar.

16…Le4 17.Lxa6 Tb8 18.Pxc7+ Kf8 19.exd6

Nog maar 19 zetten gedaan, en zwart heeft geen damevleugel meer over. En zijn koningsvleugel is er niet veel beter aan toe.

19…Df7

19…Df6 20.Pe6+ Ke8 21.Ld4! en wit wint.

Hier zag ik dat de dameruil het mooi afmaakt:

20.Dxf7+!

20.Pe6+ Kg8 21.Lb5 (PB: ?? 21.Pg5 of 21.Lc4! wint nog) 21…Txb5 22.Dxb5 Dxe6 (PB: Hier staat zwart gewonnen).

20…Pxf7 21.Pe6+ Kg8 22.Pxg7! Kxg7 23.Ld4+ Kh6

23…Pf6 24.The1 Lc6 25.Te7 gevolgd door Lc4 en zwart staat compleet aangeschroefd.

24.Lxh8 Txh8 25.The1 Pf6 26.d7 Ta8

27.Txe4! Txa6

27…Pxe4 28.Lb7 Txa2 29.Lxe4 en wit wint.

28.Te8 Txa2 29.d8D Pxd8 30.Texd8 Pe4 31.Kb1 1-0

Een fijne overwinning op een titelhouder. En een goeie oppepper voor ons team. Uiteindelijk wonnen we en voorkwamen we degradatie. Een mooie dag!


Over de volgende partij schreef Lahaye: “Tim had wellicht de zet 21…b5 onderschat. Beter was 20. Dd3 met een evenwichtige stelling. In het vervolg ontstond een ongelijke loperstelling met zware stukken. Het thematische …e5-e4 kwam op zet 30 ook voorbij. De loper op f6 was gelijk een stuk minder chagrijnig en de zwarte velden werden Tim uiteindelijk fataal.” En Hendriks sprak van “een prima positionele prestatie”.

Volgens Stefan Kuipers in diens wedstrijdverslag voor Apeldoorn behaalde Zwirs voor de hele partij een correctheidsscore van 98% op Lichess – ongekend hoog!

Tim Grutter – Nico Zwirs

Kennemer Combinatie-Apeldoorn

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.h3

Dit lijkt niet slechter dan het 6.Pb3 van Roebers en Warmerdam. Nico houdt vast aan de echte Najdorf-opzet in plaats van 6…e5 te spelen:

6…e6 7.g4 Pfd7!?

Flexibel.

8.Lg2 Le7

9.0–0

Stockfish geeft hier het opmerkelijke 9.g5! als eerste zet; de pointe is 9…Lxg5? 10.Pxe6! en wit wint. Niet iets waar Zwirs in zou trappen.

9…0–0 10.f4 Pc6 11.Pce2 Pxd4 12.Pxd4 Dc7 13.a4 b6 14.f5

Misschien een beetje voorbarig; 14.Ta3 ziet er interessant uit.

14…e5 15.Pe2 h6 16.Le3 Lb7 17.Dd2 Tfc8

18.Pc3?!

Een bijna geruisloze fout. Wit bereikt niet zo veel door het paard op d5 te zetten. Het had betere vooruitzichten op de koningsvleugel na 18.c3 en daarna Pg3 en eventueel Ph5.

18…Dd8!

Een subtiele zet, die de zwarte velden op de koningsvleugel controleert en eventueel ooit kwaliteitsoffers op c3 in de stelling brengt.

19.Tad1 Pf6

20.g5?

Voor de amateur is het nauwelijks te bevatten, maar dit speelt zwart in de kaart. Beter was 20.Dd3 om e4 te dekken en …b6-b5 nog even tegen te gaan, waarop zwart reageert met 20…Lc6! en toch enig voordeel krijgt. Najdorf-specialist Zwirs is allang aan het roer.

20…hxg5 21.Lxg5 b5!

Een prachtige zet, en mogelijk onderschat door Tim, aldus Lahaye. Die pion is natuurlijk taboe wegens 22…Db6+, maar hangt d6 niet…? Lahaye: “In een stelling waar het altijd de vraag is of het veld d5 en de pion zwak is, wil zwart de pion nog wel eens weggeven in ruil voor de pion op b2, c2 of e4. De stelling stort bij wit nog wel eens in zodra Pc3 kwetsbaar wordt.”

22.Lxf6 Lxf6! 23.Dxd6 bxa4

En zonder dat wit nu zoveel geks heeft gedaan staat zwart duidelijk beter. 24.Pxa4 is natuurlijk niets vanwege 24…Txc2, zwart dreigt al 24…Dxd6 25.Txd6 a3, en na 24.Dxd8+ Lxd8 wordt de zwartveldige loper een monster. Zo verraderlijk is de Najdorf!

24.Db4 Dc7 25.Pd5 Lxd5 26.exd5

Ook hier zou je zeggen dat de vrije d-pion wit goede kansen geeft, maar het blijkt gewoon niets te zijn. Frustrerend…

26…Tab8 27.Dxa4 Txb2 28.Td2 Dd6

Houdt het schaakje op b6 nog even achter de hand, en het zal snel duidelijk worden waarom.

29.Te2 Tb4 30.Da3

30…e4!

Opening the floodgates!

31.Txe4

31.Lxe4 Tc3 verliest meteen in de aanval.

31…Db6+ 32.Kh1 Txe4 33.Lxe4 Tc3

Hetzelfde idee. Zwart heeft maar drie stukken, maar ze zijn razend efficiënt in de aanval op de geëxponeerde witte koning.

34.Da4 Txh3+ 35.Kg2 De3 36.Tf3

Zelfs torenruil redt de witte koning niet.

36…Txf3 37.Lxf3 Ld4

Dreigt loperwinst met 38…Df2+.

38.Db3 Dg1+ 39.Kh3 Le5!

Fraai aanvalsspel over de zwarte velden. Wit is reddeloos verloren.

40.Lh5 Dh2+ 41.Kg4 Dg2+

En opgegeven wegens mat met 42…Lf6+.


De volgende overwinning lijkt vrij typerend voor Bram ten Dam, de nog slechts negenjarige debutant in de Meesterklasse. Hij weet een voordeeltje met ijzeren hand vast te houden en uit te bouwen, zoals we hem in Hoogeveen vorig jaar bijvoorbeeld ook zagen doen tegen niemand minder dan IM Migchiel de Jong. “Wit speelt het goed en maakt het netjes af” (Lahaye). “Vlotte aanvalspartij van het jeugdige talent!” (Hendriks).

Bram ten Dam – Mohammadi Nia Borna

Groninger Combinatie-Zuid Limburg

1.e4 e6 2.d4 d5 3.e5 c5 4.c3 Db6 5.Pf3 Pc6 6.Ld3

Een populair pionoffer.

6…cxd4 7.0–0 Ld7 8.Te1 Pge7 9.h4 h6 10.h5 a6

10…Tc8 is hier vrij gangbaar, waarna het bedaarde 11.a3 een goede optie is, maar ook de zet die Bram nu ook speelt:

11.Pbd2

Dit ziet er lelijk uit, maar wit wil in deze stelling c3-c4 doorzetten.

11…dxc3

De ervaring leert dat 11…Pf5 meer tegenkansen biedt. Zwart moet koste wat kost de loper op f8 vrijspelen.

12.bxc3 Pa5

Gaat 13.c4 tegen, maar nu komt het volgende probleem:

13.La3!

Veel krachtiger dan de goedkope tempowinst 13.Tb1. De zwarte koning is op de lange termijn in gevaar.

13…Pec6 14.Lxf8 Txf8 15.Tb1 Dc7

16.c4!

De thematische opstoot. Na 16…dxc4 slaat wit met de loper terug en probeert hij zijn d2-paard naar d6 te krijgen.

16…0–0–0

Dit is niet de oplossing omdat wit nu een langdurige aanval krijgt, maar na 16…dxc4 17.Lxc4 neemt de engine al zijn toevlucht tot het foeilelijke 17…f5. Zo niet, dan speelt wit rustig Ld3 en heeft zwart nauwelijks redelijke zetten.

17.De2!?

17.cxd5 exd5 18.Pb3! zag er al heel aantrekkelijk uit.

17…Tde8 18.De3

Weer was 18.Pb3! het sterkste geweest. Na de tekstzet had zwart nog kunnen tegenspartelen met 18…f6, hoewel wit ook dan beter staat.

18…f5?

Nu kan wit in alle rust de zwarte stelling slopen.

19.Dc5 d4

Pah!

20.Tb6 Td8 21.Teb1 Tg8 22.Da3

Bram blijft weigeren Pb3 te spelen, blijkbaar vindt hij het paard op a5 te slecht staan. En uiteindelijk krijgt hij gelijk.

22…Le8 23.c5!

De pion op h5 is niet belangrijk. Wit wil nu op c4 laten ruilen om de loper op dat veld te krijgen, met aanval op e6 en a6. Het wordt de zwarte koning te heet onder de voeten, maar het is al te laat:

23…Kd7 24.Pc4 Pxc4 25.Lxc4

En het is al klaar!

25…Tb8 26.Lxe6+! Kxe6 27.Db3+ 1-0

Schaakbond.nl wordt mede mogelijk gemaakt door: